- Na Super Tuesday gaan Joe Biden en Bernie Sanders aan kop in de strijd tussen de Democratische presidentskandidaten.
- De Democratische Partij kiest de presidentskandidaat via een getrapt systeem: afgevaardigden bepalen tijdens het partijcongres in juli wie officieel de strijd met Donald Trump mag aanbinden.
- Kandidaten winnen tijdens de voorverkiezingen stemmen van afgevaardigden, maar er zijn ook gedelegeerden die op het partijcongres zelf hun keuze mogen maken.
- Deze zogenoemde ‘superdelegates’ zijn hoge partijbonzen, zoals oud-presidenten en gouverneurs. Die kozen in 2016 massaal voor Sanders’ toenmalige tegenstander Hillary Clinton.
Na Super Tuesday gaat de strijd bij de Democraten nog maar tussen twee kandidaten: voormalig vicepresident Joe Biden en senator Bernie Sanders.
Voor Sanders is het niet de eerste keer dat hij een gooi doet naar de nominatie voor het presidentschap bij de Democraten. In 2016 verloor Sanders, na een nek-aan-nekrace, nipt van Hillary Clinton.
Sanders’ kansen om de presidentskandidaat van de Democraten te worden, zijn dit keer een stuk groter dan in 2016. Toch loopt de senator mogelijk tegen hetzelfde probleem aan als vier jaar geleden: hij is niet populair bij de partijbonzen van de Democratische Partij.
Biden en Sanders moeten zoveel mogelijk gedelegeerden verzamelen
Amerikaanse politieke partijen kiezen hun presidentskandidaten via een getrapt systeem. Tijdens de voorverkiezingen geven Amerikanen hun voorkeur voor een kandidaat aan middels hun stem. Daarbij wijzen ze officieel een afgevaardigde aan. Deze afgevaardigden brengen vervolgens hun stem uit op een nationale partijbijeenkomst. De Democraten houden die dit jaar in juli. Daar wordt de presidentskandidaat van de partij benoemd.
Elke Amerikaanse staat is goed voor een bepaald aantal afgevaardigden. In een grote staat als Californië zijn er in totaal 494 afgevaardigden te winnen, maar er zit een addertje onder het gras. Slechts 415 van deze afgevaardigden zijn zogenaamde ‘pledged delegates’. Dat betekent dat de voorkeur van deze afgevaardigden vastligt. Zij kunnen tijdens het partijcongres niet ineens op een andere kandidaat stemmen dan degene die ze bij de voorverkiezingen vertegenwoordigden.
In Californië zijn er echter ook 79 zogenoemde 'superdelegates'. Die zijn vrij zijn om te stemmen op wie ze willen. Vaak zijn dit belangrijke partijleden zoals oud-presidenten, gouverneurs of leden van het Congres.
Het superdelegate-probleem van Sanders
In totaal zijn er bij het partijcongres van de Democraten in juli 4.750 afgevaardigden. Daarvan zijn er 3.979 'pledged delegates' en 771 behoren tot de superdelegates.
Als een meerderheid van 1.991 'pledged delegates' in de eerste stemronde voor één kandidaat stemt, krijgt die de nominatie voor het presidentschap. Lukt het geen enkele kandidaat om die meerderheid in de eerste stemronde binnen te slepen, dan volgt er een tweede stemronde. Daar mogen de superdelegates meestemmen.
In 2016 mochten de superdelegates al tijdens de eerste stemronde meedoen. Toen gaven ze massaal de voorkeur aan Clinton, wat haar aan een meerderheid van de stemmen hielp. Clinton had echter geen meerderheid bij de gewone afgevaardigden behaald. Dat leidde tot protest van de aanhangers van Sanders en deed het partijbestuur besluiten het systeem aan te passen.
In 2020 mogen de superdelegates pas stemmen als geen enkele kandidaat een meerderheid bij de gewone afgevaardigden weten te winnen in de eerste stemronde.
In de peilingen gaan Biden en Sanders nu gelijk op. Dat zou er weleens toe kunnen leiden dat de stem van de superdelegates in juli de doorslag gaat geven.
The New York Times interviewde recent zo'n 100 van de 771 superdelegates. Het merendeel daarvan gaf aan tegen Sanders te zullen stemmen als hij geen meerderheid bij de normale afgevaardigden weet te behalen.
Veel prominenten in de Democratische Partij denken hogere ogen te gooien met een gematigde kandidaat. Het lijkt duidelijk dat als Sanders geen meerderheid binnensleept, de partij, net als in 2016, massaal de voorkeur zal geven aan zijn tegenstander: Joe Biden.
Een verbond tussen Sanders en Warren
Aanhangers Sanders denken al na over alternatieve strategieën om de superdelegates te kunnen omzeilen. Een veel gehoorde optie is een deal met de andere progressieve kandidaat, Elizabeth Warren. De teams van beide politici zouden hier al meerdere keren met elkaar over gesproken hebben.
Het enige probleem is dat Warren na Super Tuesday slechts 42 afgevaardigden achter zich heeft staan. Samen met de 438 van Sanders zou dat nog steeds niet genoeg zijn om de 501 gedelegeerden van Joe Biden voorbij te streven.
Op dit moment moeten er nog bijna 3.000 afgevaardigden aan kandidaten worden toegewezen. Er kan dus nog het nodige veranderen. Aanhangers van Sanders putten ook hoop uit een uitspraak van de Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi. Die zei eerder dat ze geen probleem heeft met een mogelijke winst voor Sanders.